Beschikbaar zijn voor God
Meditatie ds. H. Evers
Lees Lucas 1: 26-38 – NBV21.
Aankondiging van de geboorte van Jezus
In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Ze heette Maria en ze was nog maagd. Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’
Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog geen gemeenschap met een man.’ De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God. Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, want voor God is niets onmogelijk.’ Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.
Advent is een prachtige tijd. Het is een tijd van verwachten, van afwachten, verstilling en een tijd van verheugen op Kerst. Tegelijk is het een tijd waarin de Here God heel actief is, engelen uitzend, een tijd van beweging. En het allerbelangrijkst is wel dat het goede nieuws door God zelf in deze wereld komt. Het is Zíjn werk als de engel Gabriel naar Nazareth wordt gezonden. Het is Gods werk dat de Messias komt. Het is Gods werk dat de redder van de wereld komt, de koning op de troon van David.
Wij verlangen ernaar dat wij de HERE God ook nu aan het werk kunnen zien, dat Hij mensen aanspreekt en vormt en dat Hij zo redding brengt. Dat Zijn Koninkrijk komt. Dat mensen tot geloof komen. Dat kunnen wij allemaal niet.
In Advent wordt het tegelijk duidelijk dat de HERE God wel mensen inschakelt in Zijn werk. De engel Gabriel wordt naar een meisje gestuurd met een wonderlijke begroeting: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je’. Natuurlijk schrikt Maria. De engel stelt haar gerust: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je Zijn gunst geschonken’. Stel dat de Heer aan jou een taak wil geven, die je eigenlijk te groot voor je vindt, of zelfs onmogelijk, wat denk je dan of wat zeg je dan? Dan denk je toch: dat kan ik niet, dat wil ik niet …
Maria krijgt een heel merkwaardige opdracht. Om de Zoon van God te ontvangen en te baren en dat door de Heilige Geest. De heilige Geest zal als een kracht over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Net zoals de tempel vroeger overdekt werd door een wolk, de heerlijkheid van God, zo komt de Heilige Geest nu over Maria.
Wat zal Maria antwoorden? Wat zou jij zeggen?
De HERE God is actief. Hij is aan het werk om alle volken voor te bereiden op de komst van Zijn Koninkrijk, op de wederkomst van Jezus. Ook ons volk dat al zoveel jaren is vervreemd van het Evangelie. We horen van een nieuwe generatie die weer zoekend is. Is de heilige Geest weer actief aan het waaien? En wij als kerk, als gemeente, zijn wij klaar om hen goed te ontvangen? Om zoekers tegemoet te komen? Om het evangelie goed uit te leggen? Zijn onze kerkdiensten wel passend genoeg voor een nieuwe generatie? Zijn wij er klaar voor?
Laten we bidden of de HERE God ons wil voorbereiden op onze taak. En laten wij stil worden om antwoord te geven. Het antwoord van Maria: “De Heer wil ik dienen”.
Lees Lucas 1: 26-38 Vragen om over na te denken of als gespreksvragen
Vraag 1: Wat heeft je verrast?
Wat zegt deze tekst over God, over Jezus?
Wat zegt deze tekst over mensen, over jou
Vraag 2: Maria vraagt verwonderd: Hoe zal dit gebeuren? (vers 34), waarop de engel uitleg geeft (vers 35). Wat is volgens jou de diepere betekenis van de maagdelijke geboorte?
Vraag 3: Het antwoord van Maria, vers 38, is wel de meest befaamde uitspraak van Maria. Zou jij ze zelf in je mond nemen? Wordt Maria terecht de moeder van de gelovigen genoemd?
Vraag 4: Wat wordt er van het Kind gezegd? (vers 31-33) Welke van de drie typeringen spreekt jou het meeste aan?
Bidden: Voor wie kun je bidden? Waarvoor kun je bidden?
Danken: Waarvoor, voor wie zou je willen danken